Naar aanleiding van Der Wegweiser van Schubert (winterreise
Nr. 20)
In dit stuk wordt op allerlei plaatsen gebruik gemaakt van (soms
nogal ingewikkelde of ingewikkeld lijkende) harmonie en modulaties, met
name
-
modulaties met gebruikmaking van mediantiek
-
enharmonische modulaties
Vaak is echter 'achter' alle complexiteit op de voorgrond een overkoepelende
Sekundgang o.i.d. te vinden, die de boel a.h.w. bij elkaar houdt.
1 |
a |
Het eerste couplet (maat 5-18) staat in zijn geheel weliswaar
duidelijk in f-klein; toch wordt tussendoor een ander tooncentrum bereikt
(of gesuggereerd?)
-
om welke toonsoort gaat het daarbij?
-
hoe wordt deze toonsoort bereikt?
-
welke rol speelt mediantiek daarbij?
-
in hoeverre is het van belang dat we hier te maken hebben met een sequens?
-
wanneer wordt weer terugemoduleerd naar f? Om wat voor soort modulatie
gaat het hierbij (diatonisch/enharmoniwch/chromatisch)?
|
b |
Over de melodie van de eerste regel ("Was vermeide...gehn") zou men
kunnen zeggen:
- de melodie beweegt zich van de f naar de as omhoog, en daalt naar
de g
- de bes fungeert (melodisch gezien) als bovenwisseltoon
- de as is in eerste instantie 'de toon waar het om draait', en deze
valt uiteindelijk naar de g
-
Ook in de volgende regels zijn soortgelijke bewegingen van 'steuntonen'
in de melodie waar te nemen; beschrijf dit
|
|
2 |
a |
In het tweede couplet ("Habe ja doch nichts...") wordt begonnen in
F-groot, en later gemoduleerd naar d-klein. Gezien vanuit F-groot is de
gang naar d-klein natuurlijk tamelijk logisch: d is immers de parallel-toonsoort
van F. Gezien vanuit de hoofdtoonsoort is d-klein echter veel minder voor
de hand liggend, namelijk een (verder verwijderde) mediant.
-
vlak voor "welch ein ..." wordt naar d gemoduleerd. Hoe gaat deze modulatie
in zijn werk?
-
hoe komt het dat aan het eind van dit couplet ("Wuestenein") ondanks
de gis de toonsoort beslist d-klein blijft (en niet a-klein)?
|
b |
De modulatie terug naar f-klein (tussenspel na het eind van het tweede
couplet ("Wuestenein") )maakt gebruik van mediantiek.
-
beschrijf deze modulatie stap voor stap. Kies waar het zetten van trappen
slecht lukt voor een beschrijving in woorden
|
|
3 |
Het derde couplet (vanaf "Weiser stehen auf den Wegen..") is een
(gevarieerde) herhaling van het eerste couplet. Hierbij worden in de melodie
de 'toppen' van het eerste couplet overtroffen.
In het laatste couplet ("Einen Weiser seh ich stehen..") is sprake
van een nogal ingewikkelde enharmoniek.
a |
Waarom lijkt het logisch - denkend aan de grote vorm van dit stuk -
het laatste couplet in zijn geheel te beschouwen als de coda van
dit lied? |
b |
Aan het begin van het laatste couplet wordt (terwijl de wegwijzer unverrueckt
vor meinem Blick blijft staan, ook muzikaal) gebruik gemaakt van de
enharmonische mogelijkheden van het verminderd septimeakkoord.
Ondanks alle enharmoniek zou men best kunnen beweren dat de passage
uiteindelijk niet moduleert: begin en eind staan in f-klein, geen
enkele andere toonsoort wordt echt bevestigd.
-
maak een harmonische anlyse van het de 1e keer "Einen Weiser seh ich stehen....zurueck".
Laat hierbij duidelijk zien hoe gebruik wordt gemaakt van enharmoniek,
dan wel van andere modulatie-technieken
-
laat zien in hoeverre de melodie in zijn geheel in f-klein
kan worden beschouwd.
|
c |
Maak een harmonische analyse van de rest van dit laatste couplet. |
|
|