Analyse 1e jaar 2002-2003 
25 september 2002
Aangezien ik nu toch wel erg laat ben..
Hieronder een paar vragen over stukken die we (nog) niet besproken hebben nog:  twee liederen uit Die Schoene Muellerin van Schubert:
Morgengruss (nr 6), en
Des Baches Wiegenlied (Nr 20)
 
1 over Morgengruss:
a We kunnen het akkoord in maat 2 beschouwen als een doorgangsakkoord;  als zodanig is het 'zwakker' dan de akkoorden in maat 1 en 3. Idem als de zangstem begint: de maten 5-7 lijken harmonisch bij elkaar te horen, met een doorgaande harmonie in maat 6. 
  • Leg uit waarom de harmonie tot en met de eerste tel van maat 3 kan worden beschouwd als tonica-prolongatie.
  • Wat is de belangrijkste functie in de maten 5-7? En in maat8? En in 9 and 10?
  • Wat voor soort slot staat in maat 10?
  • Als we de mas van de maten 5-10 (en ook: maat 1-4) beschouwen als een melodische lijn zien we een typische beweging/richting. Welke?
b In de maten 12/13 en 14/15 staan een model en een sequens. We kunnen stellen dat in deze maten beide keren de tweede  van de beide harmonieen het 'belangrijkst' is (omdat deze min of meer een rustpunt vormt). En beide keren wordt een slot op zijn minst gesuggereerd.
  • wat voor slot staat er in maat 13 en 15?
c In de maten 16-20 beweegt de bas in zijn geheel niet (terwijl boven de bas wel enige akkoordwisseling plaatsvindt).
  • hoe noemt men zo'n situatie?
  • welke twee functies worden steeds gebruikt in deze maten?
d Maak een complete harmonische analyse van Morgengruss  (d.w.z. trappen/omkeringen - misschien is het praktisch dat in de partituur te doen, en die in mijn postvak te stoppen..). Probeer in je harm. analyse iedere modulatie te vermijden; misschien dat je dan de maten 12-15 moeilijk te verklaren vindt - maar probeer dan een verklaring-in-woorden in plaats van een verklaring-in-trappen...
e We zouden kunnen stellen dat de bas van het gehele lied in feite is gebaseerd op een lange Sekundgang-beweging. Maak (in een notenvoorbeeld) een schetsje van deze Sekundgang.
f Het eind van de zangmelodie is min of meer een 'vraagteken' 
  • Leg uit waarom er geen duidelijke afsluiting staat, ondanks het feit dat duidelijk op de tonica-drieklank wordt afgesloten.
2 over Des Baches Wiegenlied:
 
a De bas in de pinao-inleiding van dit lied blijft steeds op de c - zelfs na de inzet van de zangstem, tot maat 8 is er geen enkele bas-beweging.Toch is er enige harm. beweging boven deze liggende bas. 
  • leg uit welke harmonieen worden gebruikt in deze eerste 8 maten.
  • is er een verband tussen de liggende bas en de tekst?
b Na maat 8 lijkt Schubert te moduleren..
  • naar welke toonsoort lijken we te moduleren in maat  9/10? Wat voor soort afsluiting is te horen in maat 10? Zou je een reden kunnen verzinnen waarom het misschien beter is de maten 9/10 niet als een 'echte modulatie' te beschouwen?
  • Als we het akkoord aan het begin van maat 11 samennemen met het slot in maat 10 (en dus zeggen: het slot is aan het begin van maat 11) krijgen we een ander type afsluiting. Welk type namelijk? (en: wat vind je van dit idee?)
  • Na maat 11 wordt een nieuwe toonsoort aangeduid. Welke? Kun je redenen verzinnen deze toonsoort als 'echter' te beschouwen dan de toonsoort in maat  9/10? Welke trap zou deze toonsoort zijn in de hoofdtoonsoort?
  • In maat16 lijken we terug te keren naar de hoofdtoonsoort. Hoe komt het dat we dit horen? Kun je uitleggen hoe maat 16 harmonisch is verbonden met maat 15?